Het besmette lichaam

In onze cultuur heeft men van oudsher een groot wantrouwen gehad jegens het lichaam. Vandaar dat het zoveel mogelijk verborgen diende te blijven. Omdat men dacht dat het de bron was van al onze driften en lusten. Vooral christenen hebben het lichaam eeuwenlang in verband gebracht met genot,zinnelijkheid en sexualiteit. Daarom trachtten men de geest los te maken van het lichaam. Griekse denkers zoals Plato en Plotinus stelden de geest boven de beperktheid en begrensdheid van het lichaam. Zij zagen het lichaam als de gevangenis van de geest. Later deed Descartes daar nog een schepje boven op . Hij splitste het lichaam van de geest, door te beweren dat de geest op zichzelf bestond , los van het lichaam. Het christendom en het Griekse denken zaten dus op één lijn. Beiden waren ze er van overtuigd dat de geest zich diende los te maken van het lichaam. Hierdoor raakte het lichaam meer en meer besmet. Het werd bekleed met schaamte en eerbaarheid. Sexualiteit werd niet alleen een taboe, maar ook de directe grensgebieden er omheen zoals, lichamelijk contact, lust, erotiek, aanraking, lichamelijkheid, enzovoort. Zoals je nu nog ziet bij moslima, een vrouw kon geen stukje huid blootgeven, zonder beschuldigt te worden van hoerig te zijn. Hierdoor werd sexualiteit niet alleen gehuld in een nevel van kunstmatigheid, maar zorgde ook voor afstand en zakelijkheid.Toch is er in de loop van de jaren veel veranderd. Het lijkt er op dat we een andere relatie met ons lichaam hebben gekregen. Ook de talrijke literatuur die de laatste jaren over lichaam en lichamelijkheid is verschenen wijst op herwaardering van het lichaam. Maar toch zie je nog altijd dat het lichaam van oorsprong besmet is door het verleden. We bewaken en controleren nog steeds de escapades van het lichaam. Want al is de wil nog zo goed, het vlees blijft zwak.
-->

Volgers